Vooruit met de geit
Bokkensprongen maken
Lachen als een geit die de stad uitgaat
De bok is vet
De geit en de kool willen sparen
Een bok schieten
Als ik gemekker wil horen, koop ik wel een geit
Dat is voor de bok zijn klo(e)ten
Een bokje aan het touw hebben
Hij springt van de bok op Jasper
Het bokje zijn
De bokken van de schapen scheiden
Stinken als een bok
Een oude bok lust wel een groen blaadje
De bokkenpruik ophebben
De bok vet hebben
Hij komt achteraan als het derde lam
Hij werd als een lam ter slachtbank gebracht
Hij zal op de hei niet lammeren
Hij zit vol kuren als een bok vol keutels
Iemand bij de bok doen
Bok staan
Oude bokken hebben stijve horens
Een bok van een vent/paard
Even de geit verzetten
“Efkes de sikke verstikke”, zee de man en hij liep de tune in
Een geitenbreier
Een geitenwollensokkenfiguur
Het zin krek d’uier, zei Sjaak, anders is ’t hendig zat ’n geit te maken
Op Driekoningen lengt de dag, zoveel een geitje springen mag
Er loopt een geit op het Begijnhof, een stuiver als je hem grijpt
Niks weert, een geit veur de kruu, trekt altied scheef
Als je wilt leren vloeken, neem dan geiten!
Van geven geet zelfs de beste geite dood
Hij kijkt als een geit die slaap heeft
Wat een geitezooi!
Je zal van de bok nog dromen.
Witte geit? = Weet jij het?